Dat type 2 diabetes een heterogene aandoening is, wordt steeds duidelijker. De Zweedse ANDIS-studie onderscheidde eerder vijf verschillende fenotypische subgroepen diabetes op basis van enkele klinische variabelen. Nieuwe analyses uit deze cohort, met bijna 19.000 deelnemers en tot 14 jaar follow-up, laten zien dat deze subgroepen sterk verschillen in comorbiditeiten, progressie en mortaliteit. Voor de klinische praktijk biedt dit belangrijke handvatten richting meer gepersonaliseerde diabeteszorg.
Onderzoeksopzet
In ANDIS werden volwassenen (≥18 jaar) binnen één jaar na de diagnose van diabetes geïncludeerd. De subgroepen werden bepaald met BMI, HbA1c, HOMA2-IR, HOMA2-β en GAD-antistoffen. De volgende subgroepen werden onderscheiden: SAID (Severe Autoimmune Diabetes), SIDD (Severe Insulin-Deficient Diabetes), SIRD (Severe Insulin-Resistant Diabetes), MOD (Mild Obesity-related Diabetes) en MARD (Mild Age-related Diabetes). Geanalyseerd werden zowel de prevalentie bij diagnose als de incidentie van microvasculaire (chronische nierinsufficientie, retinopathie en neuropathie) en macrovasculaire complicaties (myocardinfarct, hartfalen, atriumfibrilleren, perifeer vaatlijden en beroerte), leververvetting en mortaliteit. Analyses corrigeerden onder meer voor leeftijd en geslacht, waarbij de mild‐age-related subtype (MARD) werd genomen als referntiegroep
Resultaten
- SIRD (Severe Insulin-Resistant Diabetes): duidelijk hoogste risicogroep. Bij diagnose al veel hypertensie, nierziekte, hart- en vaatziekten en leververvetting. Tijdens follow-up hoogste incidentie van chronische nierinsufficientie, nierfalen, myocardinfarct, hartfalen en atriumfibrilleren. Ook verhoogde mortaliteit. Insulineresistentie is hier de belangrijkste drijver.
- SIDD (Severe Insulin-Deficient Diabetes): sterk glycemisch fenotype. Hoog HbA1c, veel retinopathie (incl. proliferatief), neuropathie, nierziekte en meer myocardinfarct/beroerte.
- MOD (Mild Obesity-related Diabetes): milde glycemie maar niet mild in risico: verhoogd risico op atriumfibrilleren en hogere mortaliteit door obesitas-gerelateerde ziekten.
- SAID (Severe Autoimmune Diabetes): vooral microvasculaire complicaties, maar geen hogere mortaliteit.
- MARD (Mild Age-related Diabetes): gunstigste profiel, hoewel cardiovasculair risico door leeftijd verhoogd blijft.
Implicaties voor de klinische praktijk
Deze studie helpt om de heterogeniteit in fenotypes binnen met type 2 diabetes beter te begrijpen. De belangrijkste vraag is nu of kennis van diabetes-subtypen daadwerkelijk tot betere uitkomsten leidt via gestandaardiseerde of individuele therapie. Vervolgonderzoek moet dit gaan uitwijzen.



