Ongeveer een derde van de patiënten met diabetes type 2 heeft hart- en vaatziekten (HVZ). Voor deze patiënten adviseren de ESC- en ADA/EASD-richtlijnen van 2019 glucagon-achtige peptide-1-receptor agonisten (GLP-1 RA’s) als eerste- of tweede keus antidiabetica. Wat zijn hiervan de budgettaire consequenties in vergelijking tot de standaardmedicatie? Dat werd onderzocht in de studie: ‘Total Costs of Care in Patients with T2D and Cardiovascular Disease: A Comparative Cohort Study’. De resultaten hiervan werden gepresenteerd tijdens de 81st Scientific Sessions van de American Diabetes Association.
Methode
In de studie werden volwassen (≥ 18 jaar oud) opgenomen die nog niet eerder een GLP-1 RA hadden gebruikt en binnen zes maanden (indexdatum) na hun eerste ziekenhuisopname voor een HVZ bij IBM MarketScan-database een claim indienden voor diabetesmedicatie. Vervolgens zijn de zorgkosten per maand gedurende 365 dagen na de index vergeleken tussen de mensen die startten met GLP-1 RA na de ziekenhuisopname en de mensen die een claim indienden voor standaard diabetesmedicatie.
Resultaten
Voorafgaand aan de ziekenhuisopname waren de totale kosten van de twee groepen vergelijkbaar. Na de ziekenhuisopname en aanvang van de behandeling waren de gecorrigeerde gemiddelde totale kosten lager, hoewel niet significant, voor patiënten die GLP-1 RA kregen, in vergelijking met degenen die standaardmedicatie kregen. Dit werd veroorzaakt door aanzienlijk lagere klinische en poliklinische kosten en aanzienlijk hogere medicijnkosten.
Conclusies
Deze bevindingen suggereren dat de extra kosten van de behandeling met GLP-1 RA’s van patiënten met diabetes type 2 na een opname vanwege een cardiovasculair incident, worden gecompenseerd door aanzienlijk lagere klinische en poliklinische zorgkosten. Deze uitgaven zijn budgetneutraal ten opzichte van het gebruik van standaardmedicatie.
Bekijk hier de grafieken.
