Terug

Wat is een goede benaming voor GLP-1-medicatie?

Dr. Mark Smits

01-09-2025

De komst van de op Glucagon-Like Peptide (GLP)-1-gebaseerde medicijnen heeft veel teweeg gebracht bij de behandeling van diabetes (en obesitas en gerelateerde aandoeningen). De gunstige effecten op glucose en gewicht, maar bovenal de verlaging van het cardiovasculair risico, waren revolutionair. De ontwikkeling van deze medicijnen heeft – logischerwijs – dan ook niet stil gestaan. Maar met de komst van nieuwe medicijnen komt ook meer onduidelijkheid: hoe moeten we de middelen precies noemen? Dr. Marcel Muskiet en ik hebben hier recent een overzicht over geschreven (ref Lancet DE). Hieronder in het kort onze conclusies.

Voor de middelen die alleen werken via de GLP-1 receptor; moeten we kiezen voor de term GLP-1 analoog of GLP-1 receptor agonist?

Hoewel al deze middelen de GLP-1 receptor stimuleren (agoneren), zijn lang niet alle middelen ‘analoog’ aan ons lichaamseigen GLP-1. Als voorbeeld, exenatide is gebaseerd op exendin-4, een natuurlijk peptide uit het speeksel van het Gila-monster, wat ongeveer 53% overeenkomt met menselijk GLP-1. Het is dus het beste om te spreken over GLP-1 receptor agonisten (nadruk op farmacologische werking) en niet GLP-1 analoog (nadruk op moleculaire structurele gelijkenis).

Wat moeten we doen met de termen waarbij ‘incretine’ gebruikt wordt? 

Het incretine-effect beschrijft het fenomeen waarbij orale glucose leidt tot een sterkere afgifte van insuline vergeleken met intraveneuze glucose, en wordt gemedieerd door darmhormonen zoals GLP-1 en GIP. Bij behandeling van diabetes met GLP-1 receptor agonisten is versterking van het incretine-effect dan ook heel relevant. Maar het effect op verzadiging staat los van het incretine-effect. Deze term schiet dan ook tekort om alle effecten te omvatten.

Kunnen we dan ‘darmhormoontherapie’ gebruiken?

Nu er ook co-agonisten die zowel de receptor van GLP-1 en GIP (Glucose-dependent Insulinotrophic Peptide) stimuleren wordt er ook vaker gebruik gemaakt van de term darmhormoon-medicatie. Voor nu is dat nog kloppend. Echter, met de ontwikkeling van middelen waarin ook receptoren van bijvoorbeeld de glucagon, amyline, IGF-1 en schildkierhormoon worden gestimuleerd is dit straks ook incorrect. De recent voorgestelde term ‘nutrient stimulated hormone’ (NuSH)-therapie is net zo goed te beperkt, aangezien niet alle betrokken hormonen (direct) door nutriënten worden gestimuleerd. 

Wat kunnen we dan wel gebruiken?

Wij zijn van mening dat er een neutrale overkoepelende term moet komen, zoals ook gebruikelijk in bijvoorbeeld de oncologie (zoals de groep aan tyrosine-kinase remmers), en pleiten voor multi-hormonale receptor modulatoren (MHRM).

MHRM kan een kader zijn voor middelen die meerdere receptoren tegelijk moduleren, terwijl enkelvoudige receptor agonisten (zoals GLP-1 receptor agonisten) het beste per specifieke naam benoemd kunnen worden. De term ‘modulator’ in plaats van ‘agonist’ geeft ook de ruimte voor de ontwikkeling van medicijnen waar sommige receptoren juist worden geremd. 

Deel dit bericht via:

https://www.diabetesgeneeskunde.nl/arts/wat-is-een-goede-benaming-voor-glp-1-medicatie/

Vorig bericht

Cagrilintide en semaglutide: een gouden combinatie?

Deze website is uitsluitend bedoeld voor zorgprofessionals!

Door verder te gaan, bevestigt u dat u een zorgprofessional bent.

Ik ga akkoord